Gefeliciteerd… en nu?

Ik was tien. We waren net weer terug verhuisd naar de grote stad.  Een maand of wat na de verhuizing werd ik elf. Het was net na schooltijd. Er belden twee oudere mannen aan. Ouder dan mijn vader, dat was duidelijk te zien. Ze feliciteerden mij met mijn verjaardag.

“Dankjewel”, zei ik verbaasd. Ik kende deze mensen helemaal niet. Maar toen ik dank je wel had gezegd, bleven ze staan en zeiden ze niks. Ik snapte er niets van. Je krijgt dan een raar gevoel. Doe ik iets verkeerd? Moet ik sorry zeggen? Moet ik me ergens voor schamen?
“Is je moeder thuis?”, vroegen ze toen. Nou ja nee, die heb ik niet. De oppas is er wel?

Toen werden ze weer stil.

“Oh. … … Nee laat maar. Dáág.”, zeiden ze toen maar.  Ik snapte er helemaal niets van. Wat was dit nou weer? Ik vroeg aan pappa en die wist het ook niet. Maar het was in elk geval goed dat ik ze niet binnen had gelaten. Hij zei dat ik de volgende keer de deur maar in hun gezicht moest dichtsmijten.

Dat wilde ik niet. Ik wilde weten wat er aan de hand was. Het volgende jaar gebeurde het me weer. Ik had ergens tijdens mijn elfde ontdekt dat een van die onbekende mannen ook het parochienieuws kwam rondbrengen.  Twee stencils met nieuws over wie er dood was en nog wat psalmen en ander gezellig onbegrijpelijks. Dat het iets met de kerk te maken had, was daarmee ook wel duidelijk. Maar ja als ze niets zeggen. Wie weet wat de bedoeling is? Ja God. Nou die kwam het in elk geval niet uitleggen.

Het jaar erop, weer na schooltijd, ging de bel opnieuw.

“Gefeliciteerd met je verjaardag.”
“Dank je wel.”
“Is je moeder thuis?”
“Je kan het óók aan mij vragen.”
“Oh… Nou we komen om je te feliciteren met je verjaardag.”
“Dat heb je net gedaan.”
“Ja maar dan moet je ons eigenlijk iets geven.”
“Wat dan?”
“…. …. sja… ”
“… Ja maar … ik ben toch járig?”

“… …
….

Ik voelde me tijdens al die stiltes wel steeds akeliger worden. Moet ik nou iets zeggen? Waarom leggen ze het niet gewoon uit? Ik moet toch iets krijgen?

Ga je weleens naar de kerk?”
“Ik ben weleens met Melissa meegegaan want die zingt in een koortje. maar ik mocht niet meezingen want ik zing te vals.”
“Ah. Was dat bij ons in de kerk?”
“Aan de Rector Baptistlaan”
“Oh dat is dan niet bij ons.”

….

….

….

De ander die zich afzijdig hield, die wil hier eigenlijk wel voorgoed vanaf zijn:
“Geloof je eigenlijk wel, als ik vragen mag?”
“Nee. Nou ja ik geloof in elk geval niet dat ik naar de kerk moet.”
“En ben je gedoopt?”, sprak hij streng.
“Ja. Maar ik heb geen communie gedaan want wij gaan nooit naar de kerk.”
Ik raapte alle moed in mijn schoenen op en sprak plechtig: “Maar ik wil eigenlijk niet meer dat jullie dan langs komen. Kan dat?”
“Zo… Dus jij kan wel nee zeggen.”, zei de ander half lachend op een manier die verwijtend klonk.
“Ja hoor, dat kan. Dan schrijven we je uit.”
“Krijg ik dan ook dat blaadje niet meer?”
“Wil je dat?”
“Nou dat mag wel, maar dat hoeft niet hoor.”

Toen heb ik er nooit meer iets van gehoord.

Van die hele kerk ook niet. Geen weet je het zeker? Geen wil je niet alsnog je Communie en Vormsel doen, want nu kom je natuurlijk brandend in de hel terecht. Maar ook geen soort van bevestiging met houdoe, brand maar, rot maar op dan, met je  verjaardag, we hoeven niks meer van je.

Sindsdien is mijn status vager dan vaag. Vaag was het altijd al want ik heb nooit begrepen wat mijn moeder ertoe bewogen heeft een doop bij mijn vader af te dwingen voor mij, en toen ik 3 was was ze ook zo vertrokken dat we er niet meer om konden vragen. Ze zei ooit nog “nou ja… je weet maar nooit”. Meer dan dat weet ik ook niet.

Of ik nou nog steeds meetel in die vermeende 4 miljoen katholieken weet ik ook niet zeker. Wat mij betreft niet. Dat kinderen lastig vallen is niet echt mijn idee van hoe het er aan toe hoort te gaan en dan heb ik het nog niet eens over condooms, de anticonceptiepil, misbruik in internaten.  De diefstal van mijn mandarijntje heb ik het ook nog niet over gehad. Daar kom ik later nog wel eens op terug.

Je kon die kerk niet naar binnen en zeggen dat je het niet eens was met de gang van zaken aangaande de onduidelijke verjaarsafdracht.  Want jij weet niet bij welke parochie je bent ingedeeld. Er was in dit gebeuren niet een heel duidelijk aanspreekpunt. Nou ja, die God dus. Die heb ik hier niet meer over gehoord. Ik denk dat het wel ok is.



Possibly not available
Click to view this product at bol.com

Possibly not available
Click to view this product at bol.com

2 thoughts on “Gefeliciteerd… en nu?

  • december 30, 2015 om 8:31 am
    Permalink

    Gezellig stukje….

    (Ik heb indertijd, op nadrukkelijk verzoek, bevestiging gekregen van mijn uitschrijven.)

  • januari 2, 2016 om 11:53 am
    Permalink

    Kan dat? Wie ondertekent dan zoiets? “Namens de paus, plaatsvervanger Gods, J. Hupjes – Van der Stoepje.”

Reacties zijn gesloten.

Translate »
×
%d bloggers liken dit: