Het andere leven, prestatiecultuur en vrouwen daarin

(Opgelet, moedwillig lange zin: zodat mannelijke lezers afhaken:) Als je als ongetrouwde vrouw van zoveelenveertig zonder noemenswaardige carriere of kinderen -je moet er tussen kiezen maar het is je allebei niet gegund- als je je eens afvraagt waar het nou is misgegaan en met wie je dan had moeten wezen om het normale leven in te zijn gestapt; en op dit moment al oudere kinderen te hebben gehad, of zelfs zoals mijn Marokkaanse onderbuurvrouw die jonger is dan ik, of zelfs oma zijn, dan heeft dat eigenlijk ook wel als voordeel dat je ziet dat wat je ook had gedaan, het tot nog toe ook nooit goed had kunnen komen. Dat is eigenlijk het enige wat een compleet onacceptabele situatie nog draagbaar maakt.

Het is dus niet zo, dat meer make up of 30 kilo afvallen of wat puberdames altijd denken waar het probleem in ligt, puistjes, camouflagestiften, al deze prut die vrouwen zichzelf aandoen, iets had kunnen uitrichten, dat had mij allemaal niet geholpen om me in een leven te krijgen dat “normaal” was geweest. Achteraf gezien. Dat ligt meer aan wat mij fysiek en psychologisch is overkomen aan trauma’s en hoe mij dat compleet veranderd heeft, in wat ik tenminste zelf denk, een beter mens dan ik was geweest als mij dat niet was overkomen, maar dat weet je natuurlijk nooit. Beter maar wel beschadigd. Maar niet zo veel beter dat je er dankbaar voor moet zijn dat je de meest vreselijke dingen zijn aangedaan. Nee, beschadigd, beter maar op een manier die zo niet had moeten zijn.

Het had niet anders kunnen gaan. Elke denkbare tegenpartij heeft een gebrek aan understanding van mij omdat ik mezelf ook niet begreep, tot zo ongeveer nu toe, maar ja ik moet het er ook maar mee doen. En de waardering blijft daardoor ook uit. Niet in de laatste plaats die van mezelf. Want je bent maar gewoon iemand die in de ogen van een ander ‘raar’ zit te doen, om onbegrijpelijke redenen. Ook degene met wie je was geweest, als je leven onbeschadigd was geweest, wie dat dan ook was geweest, diegene had mij nooit kunnen begrijpen, en ik had niet begrepen dat dat nodig was geweest, voor acceptatie omdat het voor mij wel zo vanzelfsprekend was geweest. Natuurlijk accepteert men mij niet. Ik accepteer ook niet wat mij is aangedaan. Maar het is me wel aangedaan. Maar dat moet ik dan ook maar weten.

Hoe je je leven ook doet, ruwweg kom je dezelfde mensen tegen. Nederland is gewoon ook niet zo groot, ook al wordt het steeds groter. We zijn verhuisd van de ene plek in Brabant naar de andere maar in mijn leven kom ik nog steeds veel Brabanders uit die regio tegen ook nu ik in Amsterdam woon en dan denk ik goh, als ik niet in Amsterdam was gaan wonen, maar in die eerste plek in Brabant was gebleven, was ik deze persoon geheid ook tegengekomen, want dan had ik zeker ook op die basisschool gezeten en was ik anders wel naar diezelfde middelbare school gegaan. En nu zit ‘ie hier en kom ik hem alsnog tegen.

In het onbeschadigde leven was ik dus of het nu met meneer 1 of meneer 2 was geweest, ik had waarschijnlijk zo rond nu toch wel echt kinderen gehad.  Ik was er niet zo uitgekomen als dat ik nu ben maar ik was ook onderweg Harry de zwembadmeester tegengekomen. En Harry de zwembadmeester leerde mij hetzelfde over gillende kindjes in het zwembad als dat Harry heeft gedaan in het beschadigde leven.

Ook al is er geen alternatief vergelijkbaar leven dat je had gehad als het niet was gebeurt, in wezen is er wel zoiets te reconstrueren, hoe het denkbeeldig had moeten gaan. Dat geldt voor iedereen van 80, dat ze, wanneer ze terugkijken op hun leven, zien welke afslag ze beter hadden kunnen nemen om op hetzelfde maar betere plan terecht te komen, waar ze nu niet zijn uitgekomen. En of dat veel had uitgemaakt. Het is een zegen dat ik het al op mijn zoveelenveertigste duidelijk voor ogen mag zien. Hoe had het gemoeten, hoe is het geweest.

Geen idee hoe ik dat nou zo zeker weet. Maar mijn nieuwe leven was nooit zo geweest als dat bij geboorte de meest waarschijnlijke aanname was, ik was nooit in een Brabants dorpje gebleven als huisvrouw met kinderen en als ik het wel was was ik van een dak af gesprongen. Dat leven wil ik gewoonweg niet. Niet met alles wat ik van mezelf moest leren over hoe ik beschadigd was en daar weer uit moest komen. Het rijke Roomsche leven waar zogenaamd niets aan de hand is, past me niet, of niet meer en ik wil daar ook niet steeds mee geconfronteerd worden.

Het leven dat voor mij normaal had moeten zijn, dat past niet meer, zoals schoenen na een beenbreuk niet meer passen. Na zo’n breuk moet je niet te veel blijven treuren om de mooie schoenen die je nu niet meer aan kan. Er is niets mis met die schoen op zich. De schoen past nog steeds heel goed bij jou, qua kleur. De niet-meer-passende, anders-ideale schoen is een voorbeeld van een niet-gerealiseerde verwachting en dat doet schreeuwend pijn. Zo had het niet moeten zijn. De schoenen hadden gebruikt moeten worden en zijn een continue herinnering aan de pijn die er niet had moeten zijn. Maar je weet nooit wat de schoenen was overkomen, als je ze gedragen had. Misschien had je ze de maand erop moeten weggooien nadat je ermee in de modder was gestapt. Je lot is geen noodlot, je kan er nog aan ontkomen door jezelf op een hoger plan te werpen, en in die zin is het ook dat de beschadiging je een beter mens kan maken, ook al zou niemand zichzelf een beenbreuk toewensen.

Een mens zijn talenten liggen op ongeveer dezelfde plekken en de samenleving is zodanig op elkaar afgestemt, dat je met die talenten ook maar een bepaald aantal plekken kan bereiken. Stel dat je God bent en de talenten voor het uitdelen hebt. Die kan een dikke West-europese vrouw van middelbare leeftijd en een neutraal kaukasisch uiterlijk, een heel erg groot acteertalent geven oppakken van waar het vandaan kwam en hors context in Hollywood neerzetten, de kans, dat die persoon ook iets gaat bereiken, bijvoorbeeld een filmhoofdrol, is minimaal. Als je diezelfde vrouw een voor een vrouw waanzinnige wendbaarheid en kracht had gegeven zodat die echt de beste was in haar soort met voetballen, een echte voetbalster is het nooit geworden. Je bent namelijk altijd een dame. In een damesteam. Het ondergeschikte kneusje van de voetballerij.

Je bent een type mens, dat je van nature geworden bent. Daarmee moet je het maar doen. Ook al kan je van alles. Voor mannen is dat minder vanzelfsprekend, die kunnen meer bereiken met wie zij zijn. Daar heeft een prestatiecultuur betekenis voor. Een man is een smurf in een smurfendorp die een taak heeft al naar gelang zijn talent en daarin al geaccepteerd wordt, zelfs als hij zo beschadigd is dat hij nou niet meer zo goed kan knutselen, knutselsmurf blijft knutselsmurf.

Als vrouw zit je in de gevangenis van je eigen lichaam vast, die je beperkt in alle prestaties die in een prestatiecultuur voor jezelf zijn neergelegd. Je bent smurfin. Maar dat is geen prestatie. Hoe je ook bent, de beste word je nooit, dat zijn mannensmurfen al. Smurfin is smurfin. Die is nergens de beste in, kan niks, staat overal aan in de weg, splijt het dorp en zit daar eigenlijk niets te doen of nog erger, in de weg te lopen als een soort parasiet. Ja t schijnt dat babysmurf ergens vandaan komt, uit de boerenkool. Dat is een smurfenmysterie.

Je kan het raar vinden, dat ik nu met smurfen aankom, maar dit is ook het wereldbeeld dat traditioneel aan kinderen wordt uitgelegd. En hoe kinderen compleet met zichzelf in de knoop komen te zitten. Mannen kunnen dingen en vrouwen kunnen mannen trouwen en kinderen krijgen en dat was het dan wel. Voor vrouwen is geen waardering weggelegd in het normaal-type beeld van de samenleving, want waardering komt met prestatie en ze presteren niet zo veel. Ook voor kinderen is geen plek in een prestatiecultuur, want hun talent is nog niet ontdekt. Je bent alleen maar babysmurf. Goed kunnende babyen. Alle kinderen willen natuurtalent worden en kampioen zijn in het een of het ander als ze maar weten wat het is.

Dames en kinderen zijn gevangen in een meritocratie die mannen willen, zodat mannen zichzelf kunnen verwerkelijken maar vrouwen en kinderen kunnen hierin niet echt op dezelfde manier iets betekenen. Je toegevoegde waarde bestaat uit iets anders dan zelfverwerkelijking en wat dat dan is, laat zich niet echt uitdrukken. Waarin vrouwen van waarde zijn, daarin zit geen op financiële waarde bepaalbare prestatie. Kinderen baren, is geen wedstrijdje. en als het dat was, dat is me dus ook al niet gelukt. Een moeder van 12 kinderen is niet een betere moeder dan een moeder van 11 kinderen. De moeder van Hitler was misschien ook wel een goede moeder.

Niet alles draait om prestatie. Het is ook bizar om je aan een natuurlijk gegeven als baren een prestatie toe te meten, het is natuurlijk wel een hele prestatie, maar dat is immers de natuur. De aard van het beestje. Bij atletisch-zijn is dat ook al raar. Het is logisch dat een zwaarder iemand meer kracht heeft maar geen marathon kan lopen, en een groter iemand beter is in volleybal. Maar daarom hoeft een zwaarder iemand volleybal niet op te geven, als die tijdens een service de bal hard kan smashen, heb je er meer aan.  Een zwaar en minder atletisch iemand, komt de marathonlopers wel weer tegen als de wasmachine de trap op moet. Dan lopen ze ineens niet meer zo hard! Ook in een mannenwereld is nummer 1 zijn beroofd van betekenis als de krachtmeting te evident wordt. Als het altijd alleen Nederlanders zijn die schaatsen winnen en Somaliërs zijn die de marathon winnen, hoef je ook niet meer te kijken. Ook een man zou theoretisch moeten kunnen inzien dat het leven niet draait om verrichte prestaties.

Valt er nog wat aan te redden om alsnog mee te doen aan de prestatiecultuur als geboren vrouw, ja natuurlijk je kan blijkbaar na 5 maanden jezelf compleet omvormen met hormoonbehandelingen en baardgroei en haaruitval opwekken, en spieropbouw vergelijkbaar aan die van een man, zodanig dat je bij de eerste waarneming ook echt denkt dat het een man is. Dan had je nog niet de prestaties kunnen leveren die bij je talenten hadden gepast. Maar je raakt in elk geval een stuk minder beschadigd en dat is ook wat waard. Had deze denkbeeldige persoon die dan ook nog eens een grote wendbaarheid en kracht had dan ook nog topvoetballer kunnen worden in een mannenteam, waarschijnlijk niet. Als het niet je skeletbouw is, dan is het wel het gebrek aan gewenning of de psychologische zelfondermijning die je als vrouw van nature meekrijgt of iets anders.

Wat een bevrijding om je te realiseren dat het niet had uitgemaakt. Ineens hoef je ook je niet meer druk te maken om hoe je eruit ziet. Mooi zijn, voor wie voor de niemand die er in mijn leven is? Zoek het even lekker uit, zeg. Ik heb moeite doen voor het overwinnen van iets dat je alleen hoofdpijn en stress komt bezorgen (namelijk een man) echt allang opgegeven. Voor zo’n schoft die me mijn hele leven alleen laat omdat ie te dom is om me te begrijpen. Sodemieter op joh. Wees maar blij dat ik dik ben dan zie je dat ik niet zwaar verslaafd ben aan de cocaïne.

Een meneer die ik sprak uit Limburg, die begreep het niet. Hij was een gewone man, beetje groot, heel aardig en intelligent, en het geld klotste er ook nog tegen de plinten. Hij ging me uitleggen dat ik er meer mooi moest uit zien. Joh. Voor wie, zei ik nog, maar daar had hij natuurlijk ook geen antwoord op. Dat mooi-zijn alleen maar een nadeel is, waarmee je aan alle kanten door allerlei tuig wordt lastig gevallen, hoef je hem ook niet uit te leggen want alle vrouwen waar hij wel van hield had hij al compleet geisoleerd van elk tuig door ze ergens op het platteland van Limburg te stationeren. Ze snappen alles, behalve dat je geen moeite meer doet voor de meneer uit Limburg.

Op het einde van het gesprek stortte de een wanhopig uit: “Ik gelóóf in de liefde.” “Ja als je daarin gelooft dan houdt het op”. Rara, wie zei wat!

Hij weet dat het een nadeel is mooi te zijn, en lost dat op door zijn vrouw gevangen te zetten in een verschrikkelijke gemeenschap waar ik zelf in elk geval nog niet dood gevonden zou willen worden. Die vrouw die hij had daar, die hield dus ook niet zo van deze vrijwillige gevangenschap, dat de liefde dan wat uitdooft snap ik ook wel. Hij zelf was nu alleen nog op zoek naar de liefde en hij dacht die te vinden in een van de mevrouwen die alleen uit waren op zijn geld en daartoe best wel in een duur jasje met een duur tasje wilden rondlopen. Zij hebben iets dat ik wil hebben en ik heb iets dat zijn willen hebben.

Nee hoor, die hielden allemaal echt van hem. En dan mij maar uitleggen dat ik ook een dure jas en een dure tas moet hebben. En m’n haar kammen. Met gevaar voor eigen leven! Om zo’n waardeloos stuk huilstruik dat me niet wil begrijpen aan de haak te slaan. Houdoe.

 

Translate »
×
%d bloggers liken dit: