Lopen we medisch-ethisch of rechtsfilosofisch vast?

Felix van der Wissel, huisarts en in die hoedanigheid al televisiebekende, stelde op BlckBx.tvi dat wij medisch-ethisch vastlopen. Hij gaf aan vast te lopen omdat hij in een catch-22 terecht komt waarin hij volgens de ene regel linksom moet en de andere regel rechtsom en het kan niet allebei tegelijk. Zijn eed stond eraan in de weg dat hij vaccinaties voorschreef zonder zelf te geloven dat dit van nut is voor de patiënt. Die Catch 22 is niet uniek. Je komt hem ook aan de lopende band tegen in bijvoorbeeld, het Aanbestedingsrecht.

Bij voortduring zien we medische professionals die allerlei regels niet meer kunnen uitvoeren zonder in ernstige gewetensnood te komen en/of daarbij andere regels te overtreden. En niet alleen dokters, zelfs de politie heeft moeite met het uitvoeren van de van boven opgelegde maar contradictoire dictaten. Dat leidt tot het ongevraagd krijgen van verantwoordelijkheid en allerlei ethische en misschien zelfs wel psychologische blokkades, frustraties op linkedin, beschuldigingen van psychiatrische aandoeningen.

We willen handelen volgens regels maar niet volgens de ons door een democratische maar minimale meerderheid opgelegde nieuwe regels die we zelf niet willen. Maar waarom. Het probleem is niet de strijdigheid van de regels met de ambtseed. Dat is namelijk eenvoudig te verhelpen door ook de ambtseed weer te wijzigen. Dit soort gelegenheidswetgeving om een materiëel wetgevingshiaatiiop te lossen met een stoplap, gebeurt onder Rutte III aan de lopende band. Het lost echter het gewetensprobleem van een zichzelf serieus nemende professional met een niet te nemen verantwoordelijkheid niet op.

Contradictoire regels

Het probleem is groter dan onwil. De situatie kan bestaan, dat je op de werkvloer te maken hebt met conflicterende regels, waarbij het je in de hierarchie niet vrijgelaten is te kiezen, maar je toch moet kiezen. In de film catch 22 komt het probleem urenlang aan de orde. Op de keper beschouwd, zit er vaak een logisch probleem in de wettekst aan ten grondslag, die in de hierarchie genegeeerd of niet begrepen wordt, zodat er geen beleidsregel voor ontstaat. Het probleem blijft bestaan, als die beleidsregel of gewoonteregel nooit ontstaat. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren, omdat geschillen niet worden beslecht uit bezuinigingsoverwegingen. Of omdat eenmaal nieuw ontstaan gewoonterecht alsnog wordt herroepen, iets wat bijvoorbeeld gebeurd is wanneer het aanbestedingsrechtelijke gewoonterecht van de BVP door een rechter wordt afgewezeniii.

Het belangrijkste probleem is, dat het niet generiek is op te lossen met een algehele rechtsregel, er moet echt materieel naar het probleem worden gekeken om er een adequate uitspraak over te doen in het concrete geval. Volstaan met een verwijzing naar het management of de regel werkt niet omdat dat juist tegenstrijdigheid uitvaardigde. Zo is er de situatie dat een horeca-ondernemer moet kiezen tussen het opvolgen van de regels van de verzekering om alle ramen hermetisch te sluiten met een hek of de regels van de brandweer om alle ramen niet-hermetisch af te sluiten. Maar ook de situatie dat de brandweer moet kiezen tussen adviseren overeenkomstig het Bouwbesluit of overeenkomstig het besluit brandveiligheid wegtunnels. Naarmate de regelgeving technischer is, wordt het opvolgen complexer maar ook des te belangrijker. Regels opvolgen is zo makkelijk nog niet. Er is een rechter voor maar die komt er pas ver na de oorspronkelijke beslissingname naar kijken. Waar moet de individuele morele actor zich dan op baseren? Je kan niet terwijl een gebouw in de fik staat bij het blussen even bellen met de rechter of jij dit raam nu wel mag inslaan. Als er niet inhoudelijk wordt leidinggegeven, kan dat tot enorme psychologische druk leiden bij uitvoerenden. Die worden overal voor verantwoordelijk gemaakt, maar kunnen het probleem niet adequaat oplossen zonder de bijbehorende bevoegdheid dat te doen.

Het gemeenschappelijke discours stuit op een klein draagvlak van de nieuw ingevoerde regels. Eeuwenlang had Nederland grosso modo dezelfde regels en gingen debatten in de kamer over vrij kleine wetswijzigingen. De afgelopen tien jaar kenmerkt zich door vele stelselwijzigingen, de Wet Dieren, de Omgevingswet, de Jeugdzorg, de Ruimtelijke Uitvoeringsdiensten, de Veiligheidsregio’s, zo kan je nog wel even doorgaan. Wetten veranderen veel sneller en alle Rutte-kabinetten worden gekenmerkt door een zeer kleine en pluriforme coalitie. De regels hebben daardoor niet hetzelfde draagvlak, als dat de regels tot aan Rutte hadden, toen stelselwijzigingen nog kamerbreed werden gesteund. Regels en hun draagvlak, gezag en autoriteit, ondergrenzen aan autoritair handelen, dat is dus niet een medisch-ethisch maar een rechtsfilosofisch probleem.

Exit clausule

Ooit was er een uitweg. In de jaren 70 was nog de stellingname populair dat je in uitzonderlijke gevallen recht had op Burgerlijke Ongehoorzaamheid. Dat was een ultimum remedium tegen onbehoorlijk bestuur om te voorkomen dat we afglijden naar hetzij een ondemocratisch hetzij een onrechtsstatelijk bestuur. Dat vond nog het meest toepassing in het kraakrecht, waarin met name Amsterdam, opgekocht door speculanten, leeg staat terwijl er tegelijk woningnood is. Het werd “gedoogd” om een slot te breken en een matras in een ander zijn huis te leggen om dan via het verbod op huisvredebreuk te kunnen wonen toch tenminste tot de politie een gerechtelijk bevel gehaald had. Ook het wietbeleid valt eronder te rekenen. Burgemeester Halsema liet weten het boerkaverbod niet te handhaven, wat haar een reprimande van rechtsfilosoof Paul Cliteur opleverde en inmiddels alsnog is ingetrokken. In de praktijk is onder Rutte III burgerlijke ongehoorzaamheid dus ook haast niet meer mogelijk. Dat gebeurt wel, dat mensen zich niet aan de regels houden, maar het gaat erom dat het bestuur een andere kant op gaat dan in zijn hierarchie bedoeld is. Avondklok-ongehoorzaamheid was bijvoorbeeld heel algemeen, maar zolang de Amsterdamse burgemeester mee blijft lopen met wat het Haags/Nijmeegse veiligheidsregio-commando confereert, gebeurt er niets.

Voor het coronabeleid zijn ook oproepen gedaan tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Onder meer van Wybren van Haga, tegen de testsamenlevingiv, evenals viruswaarheid en zelfs een lokale SGP-fractie tegen het coronabeleid. Maar ook juist daartegen, door de Koninklijke Horeca Nederland. Het afgelopen Rutte-decennium heeft ons opgeleverd dat huizen niet meer gekraakt mogen worden ingevolge de Wet Kraken en Leegstand. Niet omdat de mensen die vonden dat je mocht kraken, daarmee opgehouden zijn dat te vinden, maar omdat de gedoogsituatie voor de “helers” van het huis bureaucratisch onmogelijk is gemaakt. Het ethische leerstuk van de Burgerlijke Ongehoorzaamheid is daarmee eigenlijk stilletjes de prullebak in beland. Niet helemaal, er is nog een staartje, wiet wordt nog steeds gedoogd. De wet wordt nog steeds overtreden met een beroep op principes. En er gaan juist ook stemmen op om weer burgerlijk ongehoorzaam te zijn. Tegelijkertijd zijn er ook heel erg veel stemmen in de politiek en in de samenleving, die het sinds de Tweede Wereldoorlog academisch nagenoeg volledig verlatenv adagium Regels zijn Regels niet problematisch achten.

Rechtsfilosofie

Wat zegt de rechtsfilosofie. Weet ik veel. Ik ben maar een eenvoudige jurist en filosoof en verder nou eh ongetrouwd huisvrouw, receptionist, call-centermedewerker, fietskoerier. Van rechtsfilosofie weet ik kennelijk niets, want ik heb daarin geen proefschrift geschreven. Ik had trouwens recht op een vrijstelling voor rechtsfilosofie. Ik ben namelijk tegelijk begonnen aan mijn filosofie en rechtenopleiding in 1999 en om het niet op de spits te laten drijven dat ik het hele boek maar onzin vond, ben ik, hoofdzakelijk om die reden uiteindelijk internationaal recht gaan studeren, waarbij rechtsfilosofie gelukkig niet verplicht was. In 2005 was ik afgestudeerd internationaal jurist. In 2006 mocht ik afstuderen in wijsbegeerte, van een bepaald wetenschapsgebied, maar zonder verdere vrijstellingen aan de UvA met een major ethiek en een minor in politieke filosofie.

Medische ethiek, daar hadden we geen vak in bij ethiek, de kandidaats-opleiding bestond uit ethiek en integriteit, ethiek en mensbeelden en ethiek. Dat is een andere manier van kijken naar het vak ethiek, namelijk op inhoud en niet op basis van vakdiscipline. Verstandig want ethiek is hip, het loopt zo ondertussen de spuigaten uit met allerlei ethische opleidingen en cursussen. Beroepsethiek is uiteraard wel disciplinair ingedeeld. Beroepsethiek is bijvoorbeeld ethiek voor juristen en ook voor het notariaat. En business ethiek, al weet niemand wat dat nu is. Er was ook een vak ethiek aan de KMA, de militaire academie. Ik heb daar ook een boekje over gelezen, het gaat over de vraag of je op een vijand mag schieten als hij met een witte vlak zwaait. Interessant. Maar daar heb je ook oorlogsrecht over.

Beroepsethiek

Beroepsethiek duikt steeds op, daar waar regels in gezag tekort schieten. Of dat nu is omdat de regel te restrictief of te open is. Of omdat intrinsiek niet in alles met materiële normen kan worden voorzien. Steeds draait het om de vraag of wel mag wat mag, of dat wat niet mag, niet toch zou moeten mogen en vooral op basis waarvan dan. Hoe met de regels om te gaan. Dezelfde vraag dus, als bij rechtsfilosofie, maar dan met een materiële grondslag.

Juristen hanteren de wet en soms nog jurisprudentie als grondslag maar wat is de grondslag van regels en gewoontes als die niet uit de wet voortvloeien. Voor een natuurrecht-aanhanger makkelijk zat te beantwoorden. Je bent gezegend met allerlei rechten door God of de natuur, en die staan eraan in de weg dat je, alsof je eigendom was van de Staat, ongewild een spuit in je arm moet dulden. Je geboorterecht als vrij individu staat eraan in de weg dat iemand jou vertelt of je na een bepaalde tijd nog over straat mag lopen. Argumentatief handig, maar problematisch als iemand een geloof heeft met een Brahma-achtige rotGod die zich niets aantrekt van mensenrechten of dierenrechten.

Een aanhanger van HLA Hart of anderssoortige rechtspositivist, min of meer het tegengestelde van dat natuurrecht, vindt dat –in de regel, allemaal niet. Het recht staat op zichzelf en is er nu eenmaal en wie daar niet in overeenstemming mee handelt, is verkeerd bezig. Ook als de wet verkeerd is. Leuk, maar ook weer niet leuk. Want het probleem van de slechte God is nu verlegd naar de wetgever. Wat nu als je een rot-wetgever hebt. Dat rechtspositivisme is kennelijk meer intuïtief want mensen willen zich aan de regels houden en beroepen zich ook op die regels, ook al heeft dat geen enkel succes omdat er bij het rechtsprekend orgaan meer machtspolitiek speelt.

Maar wat weet ik er nu van als niet-rechtsfilosoof. Ik heb het ook maar uit het roze boekje van Maris en Jacobs. Er zijn veel meer opvattingen over wat het recht is. Die worden alleen buiten beschouwing gehouden om de eerstejaars jurist niet al te veel te vermoeien.vi Ik had dat juridische ethiek nog erbij geprobeerd te studeren als extra vak. Het is een heel nuttig vak op zich, maar het is echt ondraaglijk als je al 3 vakken ethiek hebt afgerond, alsmede allerlei logica en wetenschapsfilosofie en metafysica vakken, om tussen je confreres juristen te zitten die nog van niets weten. Om dan met hen te bakkeleien over de vraag of het geoorloofd is om zwart geld achterover te drukken of dat je het moet melden als je cliënt net een bankoverval beraamde. Daar kun je wel leuke ethische meningen over hebben maar dan vooral als je net zo achter gewapend glas zit als de Rechtbank. Het tempo ligt te laag, de stukken zijn niet zo relevant voor het bepalen wat ethiek is, het is verspeend van meta-ethiek, gaat niet eens in op Heidegger of Schopenhauer en het is toegesneden op mensen die er toch al geen zin in hebben en dit vak alleen volgen voor “het punt” en die het aanvoeren van drogredenen als beroep hebben. Als ethicus moet ik het bij de beoordeling van medische ethiek vooral hebben van mijn ethische en metafysische en taalfilosofische kennis van mijn wijsbegeerte opleiding.

Waarschijnlijk gaat het er ook een beetje zo aan toe bij het vak medische ethiek. Ethiek is net als geschiedenis behoorlijk talig en vereist veel begrijpend leeswerk. Het staat zo ver van geneeskunde af dat ik wel medelijden voel, met artsen die dit als verplicht vak volgen.Medische ethiek is vooral bekend van specifieke kwesties, met name abortus en euthanasie. Erg jammer want er zijn veel meer medisch-ethische vraagstukken. Waar je als jurist ook een pasklaar antwoord op kan hebben als je in de lijn een directie moest adviseren. Mag je verstandelijk gehandicapten alles aandoen. Moet je toestemming vragen voor je over mag gaan tot behandeling. Maar wat dan als de patiënt in coma op straat ligt? Hoeveel IC-bedden zijn ethisch verantwoord? Het afgelopen jaar toonde een hele optocht aan artsen met allerlei ethische dilemma’s. Als ethica vind ik er van alles van en ik vind elk onderwerp interessant genoeg om een essay aan te wijden. En de jurist in mij denkt ook precies te weten hoe het zit. Maar rechtsfilosofisch kan ik er natuurlijk helemaal niets over zeggen.

Recht of ethiek

Euthanasie en Abortus zijn geen voor de medische ethiek gereserveerde onderwerpen. Zo kun je dat vraagstuk evengoed zien als een kwestie van recht, wanneer begint iemand mens/natuurlijk rechtspersoon/ handelingsbekwaam te wezen; wanneer is hij daarmee opgehouden, en tot wanneer mag je diegene een factuur sturen voor rechtsbijstand.

Dat geldt natuurlijk evenzeer voor militaire ethiek. De vraag of een soldaat een tegenstander die zich al heeft overgegeven, nog mag neerschieten, is te beantwoorden vanuit het belang van de militair: kan de persoon nog gewapend zijn. Maar het is evenzeer een vraag die wordt bestreken door het oorlogsrechtvii. Heel interessant. Ik haakte af toen we bij de eerste 15 minuten Saving Private Ryan oorlogsmisdaden moesten tellen voor een essay daarover. “Het zijn er zeker 51”, stelde de hoogleraar. Om praktische redenen: toen was het nog niet zo makkelijk om even een VHS video te huren met zijn 20 tegelijk, het was namelijk nog voor 2006. Maar op zich is het dus interessant, omdat je aan de regels houden bij zo’n D-Day ook niet echt uitvoerbaar is, in elk geval zoals geschetst in de film. Iets waar het niet oorlogsrechtelijk geschoolde oog vrij glad overheen kijkt. Terwijl die regels er dus ook toen al niet voor niets waren.

Kennelijk is er al dat ethiek omdat alleen het recht niet verklarend genoeg is. Zowel oorlogsrecht als medisch recht, zijn niet genoeg om het handelen van autonome actoren in specialistische vakgebieden wetenschappelijk te verklaren (descriptief) en misschien zelfs, ook weer afhankelijk van je mening over meta-ethiek, om dat ook voor te schrijven (prescriptief).viii Recht alleen is niet allesverklarend voor menselijk gedrag. Allesvoorschrijvend is het ook zeker niet, dat volgt al uit de geloofsvrijheid. Dat is mijn ethische opvatting tenminste, mijn rechtsopvatting is dat ik dit allemaal wel mag vinden op basis van de uitingsvrijheid, maar niet als rechtsfilosoof want ik heb nog geen proefschrift af. Ik probeer me hierbij wel te onthouden van een meta-ethische opvatting of ethiek nu descriptief of prescriptief is of allebei, dat zou alles alleen nodeloos complex maken.

Oorlogsrecht is ook weer internationaal recht, dus volgens H.L.A Hart geen recht, maar het is er al van voor 1800, de witte vlag is een voorbeeld van een heel oude rechtsregelix die nog steeds in verdragen is opgenomen. Het is ook een argument tegen mensen die regelzuchtigheid afdwingen, Het nog steeds populaire adagium “Regels zijn Regels”, ontslaat je niet van de situatie dat soldaten die jou komen bevrijden op het slagveld in een wettenbundel zitten te neuzen terwijl ze oog in oog staan met hun vijand. Je kan niet ontkennen dat “regels zijn regels” niet helpt.

Interessant eraan is dus dat het zowel bij medische onderwerpen als abortus, euthanasie een onderwerp van ethiek is, als bij militaire onderwerpen, ogenschijnlijk alleen omdat niet iedereen zich in het liberale meerderheidsstandpunt kan vinden, dat er een opening is om de professional in ethiek op te leiden. Elk geval waarin de situatie zich voordoet is namelijk weer anders. Je kan niet zeggen dat je altijd de regels moet opvolgen, want dan worden je soldaten afgeknald. En je kan niet zeggen dat de regels nooit moeten worden opgevolgd, want dan is de soldaat die verpleegd wordt, vogelvrij op het het ziekenhuisbed. Ooit had je ook inkoopethiek aan de Erasmus Universiteit. Dat is afgeschaft. De wetgever vindt het kennelijk niet meer wenselijk dat inkopers rekening houden met ethiek. En dat ondanks de bouwfraude. Ook hier zie je dat inkopers ethisch houvast nodig hebben. Vooral wanneer zij in een volstrekt vermijdbare catch-22 terecht zijn gekomen.

Als mens en professional heb je echt een soort “denkvrijheid” over je eigen vakgebied nodig. Wat moet je doen als je geen kant op kan? Als je daar van tevoren over denkt, handel je beter op het moment dat zich het probleem voordoet. Het is natuurlijk belangrijk om aanbestedingsrechtmatig te handelen. Volgens mij bevriende aanbestedingsjuristen is het zelfs altijd van het uiterste belang om aanbestedingsrechtmatig te handelen. Als je die lijn altijd aanhangt, ook als militair inkoper, kom je toch tegen de situatie aan dat je … bijvoorbeeld legervesten koopt, die niet doelmatig zijn aan de inkoop en daarmee levensgevaarlijke situaties op kunnen leveren.

Hoe het is/moet

De regels alleen, zijn niet afdoende als uitleg voor wat er gebeurt en wat niet. Wat je als ethicus en/of beroepsethicus zou doen, is in elk geval inzichtelijk in kaart brengen wat er zoal over het onderwerp te vinden valt, of er op logische of andere gronden bepaalde opvattingen zijn uit te sluiten en wat dan uiteindelijk aan te raden is. Dat kijkt dus vooruit, terwijl een jurist over het algemeen achteruit kijkt, naar wat nu mag, op basis van juridische documenten uit het verleden. Daarmee wordt het een sprongetje naar de is/ought guillotine van Hume. Volgens Hume is er een radicale scheiding tussen de vraag hoe het is en hoe het moet. Uit hoe het is volgt niet hoe het moet en andersom al helemaal niet.

Juristen kunnen leuk weten hoe het juridisch is. Ze weten niet hoe het zou moeten zijn en zeggen daar niets over, of het komt uit hun onderbuik of rechtsgeschiedkundige kennis of toch weer ethiek. Je ziet ook dat daar de valkuil is, inzake de aanvankelijk gewonnen rechtszaak tegen de avondklok. De demissionaire maar ooit democratisch gekozen regering weet wonderbaarlijk snel een hoger beroep aan te spannen en zie, morgen wordt het anders. Natuurlijk is op de lange termijn de rechtszekerheid met deze werkwijze absoluut niet gebaat. Maar het punt is dus dat deze valkuil ontstaat doordat rechters en juristen van allerlei pluimage erg legalistisch naar hun eigen vakgebied kijken en sturen op hoe het is, en zelden tot nooit uitspreken, hoe het zou moeten zijn.

Zou een jurist nu zijn ingevoerd in de ethiek, dan zou hij in elk geval meer armslag hebben om ook daarover op de lange termijn te kunnen oordelen, over de wenselijkheid van de ingenomen rechtsopvatting. Als ze dit niet doen, ligt het onderwerp exclusief op het bordje van de professional, tot het moment dat de casus voor een gerecht wordt gelegd.

Nu heeft Baudet zich bij voortduring uitgesproken over de ethiek van mondkapjesx en vaccins en de coronasamenlevingxi. In zijn promotie is daar echter weinig van terug te vinden. Terwijl onze mensenrechten aan alle kanten geschonden worden, neemt Baudet als rechtsfilosoof ook het woord mensenrecht niet in de mond. Vindt u dat niet opvallend?

Speltheorie

Zelf had ik graag op het onderwerp speltheorie gepromoveerd. Naar mijn idee zit daarin een onderbouwing van internationaal recht maar ook van mensenrechten, als rationele keuze, dus zonder metafysische aannames over spiritualiteit van de oorsprong van mensenrechten, of Martha Nussbaums “vage theorie van het goede” die ook wel gebruikt is als onderbouwing van mensenrechten. Dat idee van Nussbaum wordt geschaard onder natuurrecht. Omdat al die natuurrecht er uiteindelijk op neerkomt, dat wij mensenrechten hebben, omdat God c.q. Moeder Natuur die zo aan ons gegeven hebben. Daardoor is natuurrecht intrinsiek kwetsbaar voor mensen die er de gedachte op nahouden dat God of Moeder Natuur ons helemaal niet met mensenrechten hebben bedeeld, zoals zo’n HLA Hart.

Mijn idee dat speltheorie inzichtelijk maakt waarom wij mensenrechten hebben, raakte ik de afgelopen tien jaar aan de straatstenen nog niet kwijt. Het bleek me al tijdens mijn studie, dat er meerdere rechtenhoogleraren waren, die niet wisten wat dat is. Dat maakt, dat het ook niet echt zinvol is om bij hen op dit onderwerp te promoveren. Toevallig bedacht ik me net van de week een voorbeeld om dat inzichtelijk te maken: over het wc-papier hamsteren. Dat is nu echt een geval waarbij je eerste orde preferentie, door daar met iedereen achteraan te lopen, in strijd is met je tweede orde preferentie om de rust op aarde te herstellen zodat er altijd wc-papier beschikbaar is. Aan de ene kant wil je het goede voorbeeld geven door niet in paniek te zijn, aan de andere kant heb je toch echt zelf nog een pak nodig. Nussbaum zou aankomen met haar vage dikke theorie van het goede natuurlijk, om daar een mensenrecht op wc-papier uit af te leiden.  En dat is er dan niet ook al koopt iedereen het eens in de week, dat is niet genoeg om er een basaal recht van te maken als je er alternatieven voor hebt en het is ook niet iets waarvoor de mensen op zich aan het demonstreren slaan. In mijn ogen hoef je niet alles want mensen standaard als onwenselijke eerste orde preferentie zouden kiezen, als irrationeel te zien, om dan vervolgens tot een onstabiele basis voor mensenrechten te komen. Uiteindelijk heb ik toch ook maar een pak wc-papier gekocht, overigens. En dat was ook echt de betere keuze, ik ken ook wel mensen die zonder zaten. Erg hoor. Op tijd bij zijn en er niet te gewichtig over doen.

In Leiden werd ik dus om onbekende redenen afgewezen, en werd Thierry Baudet uiteindelijk kandidaat. Aan de UvA was het ook niet gelukt, daar was Rob, toen nog een goede vriend van me, de winnaar met een projectvoorstel over Rawls. Ik heb het ook nog geprobeerd aan de Rijksuniversiteit van Nijmegen, waar eigenlijk al een heel programma was voorgekauwd waarin ik gedrongen werd een natuurrechtelijk en dus ook katholiek standpunt in te nemen, terwijl de grote toegevoegde waarde voor mij er nou net in bestond het nut van mensenrechten inzichtelijk te maken, ook voor mensen die niet zo veel waarde hechten aan het idee van Natuurrecht. Daar in Nijmegen zaten ze ook niet op mijn idee van speltheorie te wachten, ook omdat ik vergeten was me te verdiepen in het door hun geschreven programma, dat ik toch van plan was overboord te gooien. En ik kon daar dan niets van zeggen, want ja ze hebben het recht om me te discrimineren op basis van mijn mening en hun rechtsfilosofie. Gelukkig kwam ik het opnieuw tegen bij aanbestedingsrecht anders was het erg slecht afgelopen met aanbestedingsfilosofie, waar ik toch wel een beetje de uitvinder van ben, al is het natuurlijk pas echt als andere mensen dat erkennen.

Nut van rechtsfilosofie 

Het is maar een optie om mensenrechten te verdedigen zonder dat die sui generis uit het niets zijn gekomen. Je kan het ook over een andere boeg gooien, als je alsnog de mensenrechten wil verdedigen zonder daarbij te beginnen over natuurrecht. Dieren hebben ook rechten! De mens is ook een dier, ipso facto kunnen wij zo misschien ook alsnog onze dierenrechten benutten als we bij gebrek aan mensen die ervoor opkomen, onze mensenrechten aan alle kanten kwijtraken. Vooral de rituele slacht, dat is echt een flagrante schending van de rechten van het dier. Zo zijn er nog veel meer aanknopingspunten te bedenken waarom wij dragers zijn van mensenrechten, waarom de vrijheid van meningsuiting zo belangrijk is, des te gekker dat je er onze rechtsfilosofen nu niet meer over hoort.

Filosofie is toch wel belangrijk? Kennelijk wel, want de dokters erkennen in een medisch ethische knoop te zitten. Ethiek duikt zo langzamerhand in elke beroepsgroep op, zelfs verpleegkundigen moeten aan de ethiek. Zo ondertussen zit iedereen in een knoop. In een Japanse Duizendknoop.Want je moet toch de supermarkt in zonder verdere longschade als gevolg van een niet-werkend mondkapje. Ga je dan burgerlijk ongehoorzaam zitten wezen of je op een uitzondering beroepen en de hele tijd de rechtsfilosofische regels zijn uitzonderingen discussie aan.

Rechtsfilosofie is dus net als Europa, BEST belangrijk. Er is een groot draagvlak voor wetenschappelijk onderzoek naar de totstandkoming van normen, de wenselijkheid ervan en de draagvlak ervoor, ongeacht of onze rechtsfilosofen dat nu doen of niet. Rechtsfilosofie is nodig voor een lange termijn perspectief op hoe recht onze samenleving dient, hoe professionals met regels moeten omgaan, waar mensenrechten vandaan komen, welke interpretatiemogelijkheden er zijn en welke niet, wat drogredenen zijn. Ethisch gezien is het onverantwoord om geen rechtsfilosofie te hebben. Als het wetboek elke dag verandert, al naar gelang de ambtenaar in kwestie zo uitkomt, hou je geen recht meer over. Er moet dus enige samenhang in zitten en dat vereist dat het op onderliggende breed/breder gedragen normen en waarden is gestoeld. Recht begint met rechtsfilosofie.

Wetenschap als bron van kennis begint op dezelfde manier met filosofie en de vraag waar kennis vandaan komt en waar niet. Als je niet in staat bent je eigen vakgebied en kennis an sich te bevragen, heb je ten lange leste ook geen vakgebied, maar een klooi maar wat aan – gebied van trivia wat alleen bij toeval naar kennis leidt.

Eenheid rechtsontwikkeling

Rechtsfilosofie is van belang, alleen al om eenheid te scheppen in de rechtsontwikkeling. Zonder rechtsfilosofie gaat het echt niet lukken om minder verwarring te brengen bij medische professionals over het vakgebied ethiek. Wat jammer toch dat je onze rechtsfilosofen niet vakinhoudelijk hoort over politieke ontwikkelingen die draagvlak ontberen en de eenheid van het recht ondermijnen. Of een scala aan gelegenheidsverordeningen inbrengen. Of burgerlijk ongehoorzaam zijn en vervolgens ook in andere gevallen burgerlijk ongehoorzaam zijn waarin je dat juist niet wil, zoals dat ze je huis kraken als je er nog in zit.

Had iemand ons juristen en filosofen maar wat duidelijker uitgelegd hoe dat nu zit met Montesquieu en de trias politica. Konden we maar zelfstandig checks and balances aanwijzen in de nu al 4 jaar later dan gepland stilgevallen Omgevingswet. Was er maar een doctrine die ons uit de brand hielp met de Europese Aanbestedingsrichtlijnen, zodat we ons niet exclusief op Aanbestedingsfilosofen moesten verlaten. Was er maar iemand die onze rechters aan het verstand kon peuteren dat uit hun onafhankelijkheid voortvloeit dat zij helemaal niet gehouden zijn aan het met mondmasker achter een spatscherm zitten, maar zelfstandig de waarheid mogen proberen te achterhalen. Waren er maar rechtsfilosofen met een eenduidig beeld van de waarheid, zodat onze rechterlijke macht eens kon worden aangespoord daarnaar te zoeken.

Was er maar iemand die ook wat wist van rechtsfilosofie die ons kon vertellen hoe dat nu zit met mensenrechten en uit welke hoge hoed die zijn getoverd. Dan hadden we nu misschien een uitweg uit dit rechtsfilosofisch moeras van mensenrechtsloze noodverordeningen. Dan hadden we geen rechtsfilosofische discussies met winkelwagentje-aangevers in de supermarkt.

Gelukkig is er altijd nog aanbestedingsfilosofie, waarin helemaal niemand ooit ethisch in de knoop hoeft te zitten. Daarin is de immers de wet van de uitgesloten derde de hoofdmoot en wordt geen andere, in elk geval geen intuitionistische logica als juridisch relevant erkend. De waarheid bestaat aanbestedingsfilosofisch gewoon en is intrinsiek kenbaar, maar niet compleet kenbaar en hoogstens wetenschappelijk en rechterlijk zo goed mogelijk te benaderen. Contradictoire regels leveren volgens de aanbestedingsfilosofie ook echt een materiëel legalistisch probleem op voor de professional, dat wettelijk móet worden opgelost, tenzij wordt geaccepteerd dat de professional de persoonlijke vrijheid heeft hier naar beste ethische inzicht in te beslissen, alleen in dit specifieke geval, zonder dat daar verdere rechten aan ontleend kunnen worden.

Zo komt de verantwoordelijkheid voor de uitvoeringspraktijk van de wetgeving weer terug op het bord van de nalatige wetgever en heeft de professional bij tegenstrijdigheid de morele vrijheid naar beste beroepsethische inzicht te beslissen; doende, wat de rechtsfilosofie had behoren te doen. Hoe kun je dat nu beter afdwingen door gewoon allemaal op te houden met die niet-werkende mondkapjes en andere slechte rechtsfilosofie.
mr. drs. S.M. Ploeg

jurist/filosoof

geen rechtsfilosoof

1 Zie: J. Bentham, ‘Anarchical Fallacies’, online via https://h2o.law.harvard.edu/text_blocks/28863 ook in: J. Waldron, Nonsense Upon Stilts’: Bentham, Burke, and Marx on the Rights of Man, Methuen Publishing, 1987

ihttps://www.blckbx.tv/videos/dit-kan-niet-meer-we-lopen-medisch-ethisch-vast-zegt-bekende-tv-dokter

iiEigenlijk niet een hiaat maar het tegengestelde, een wetgevingsteveel.

iiiHet strekt te ver om uit te leggen wat het nu is. Zie voor een overzicht van de Best Value en rechtspraak daarover, inkoop https://www.severijnhulshof.nl/best-value-procurement-de-rechtspraak/ en voor de praktische spagaat http://www.aanbestedingsnieuws.nl/telgen-bvp-heel-verstandig-maar-niet-rechtmatig/ en een weliswaar niet uitspraak maar toch een belangwekkend advies: http://www.aanbestedingsnieuws.nl/advies-333-cva-prestatie-inkoop-in-strijd-met-gelijkheidsbeginsel/

ivHandelingen II 2020/21, 2021D15212, 22 april 2021

vOok wel bekend als de Nuremberg-defence, onder meer gecodificeerd in het Rome Statuut van het ICC, art. 33.

vi Maris, Jacobs, Recht, orde en Vrijheid; een historische inleiding in de rechtsfilosofie, 3e druk 2011

vii Law of Military Operations, dat heb ik ook nog even gevolgd, bij drs. T. D. Gill

viiiZie Mackie, Ethics: Inventing Right and Wrong, p. 64 e.v.

ixHeel oud: Tacitus verwees al naar de witte vlag in zijn Histories, d.d.169 n.Chr, over de Tweede Slag bij Cremona in 69 n. Chr. Europese eenheid in recht is niet exclusief na-oorlogs, het was er al onder het Romeinse Rijk.

xZie onder meer https://twitter.com/thierrybaudet/status/1368177579321081865?s=20 en https://www.fvd.nl/amerika-bewijst-mondkapjesplicht-totaal-zinloos

xihttps://www.bnr.nl/nieuws/politiek/10434149/baudet-er-is-geen-post-coronatijd

Translate »
×
%d bloggers liken dit: