Natuuuuurlijk bestaat vrije wil
Het vrije wil probleem is in de literatuur te eenzijdig benaderd. Namelijk door mannen. Mannen hebben er vaak een belang bij te beweren dat vrije wil niet zou bestaan. Zo kun je je vrouw in de luren leggen over alle bijvrouwen met het eeuwige hormonenverhaal. Monogamie bestaat niet. Ik loop mijn lul niet achternamaar ik ben zielig en willoos slachtoffer van alles wat me overkomt waaronder mijn geslachtsorganen en leukere meisjes dan die waar ik nu mee zit opgescheept.
Daar trap ik mooi niet in. Dat er niks van klopt, wordt pas echt duidelijk als je speltheoretisch kijkt naar wat er allemaal zoal gewild wordt en dan met name wat niet over sex gaat. En dan is de conclusie ineens heel helder. Vrije wil bestaat gewoon. Ik kan alles willen en niemand houdt me tegen. Zo wil ik een kabelbaan van mijn balkon naar de supermarkt, op duurzame energie natuurlijk, en dat dit allemaal niks kost.
Dat wil niet zeggen dat als ik dat vrijelijk wil, dat ik dan mijn zin krijg. Ik leid dit af uit dat er ondanks mijn willen nog steeds geen kabelbaan is van mijn huis naar de supermarkt.
Hiermee wordt ook meteen inzichtelijk waarom met name blanke witte heteromannen met goede carrière en een vriendelijke vrouw en gezonde kinderen; het toch zo moeilijk hebben met het accepteren van het bestaan van vrije wil. Dat komt doordat er geen verband blijkt te bestaan tussen wat je vrijelijk wil en of je dat ook daadwerkelijk hebt of dit op midlange termijn automatisch in je schoot geworpen wordt.
Als ik écht een kabelbaan naar de supermarkt wil, zal ik er toch wat voor over moeten hebben. Zo moet ik zoeken naar draagvlak bij direct belanghebbenden en als dat draagvlak er niet is en ook nooit gaat zijn, dan moet ik al mijn weigerachtige buren en gemeenteambtenaren vervangen door meer gewillige buren die ook overtuigd zijn van het gemeenschappelijk belang bij een kabelbaan naar mijn huis. Bijvoorbeeld. In andere woorden: ik moet er voor over hebben wat er voor nodig is. En als dat een lynchpartij van mijn buren vereist dan stel ik de uitvoeringstermijn van het project kabelbaan wat bij tot het moment dat Pasen en Pinksteren op een dag vallen.
Want honderden mensen lynchen, dat is me een gedoe. En dat alleen voor een kabelbaan. Mijn vrije wil voor een kabelbaan naar de supermarkt botst dus direct met mijn vrije wil tot geen gedoe.
Ik wacht daarom vooralsnog af tot ik door simpelweg op mijn balkon zitten en ranja drinken, een kabelbaan naar de supermarkt heb gerealiseerd. Zo heb ik wel meer wilde plannen die ik verwacht te kunnen voltooien door het drinken van ranja op het balkon. Ik wacht bijvoorbeeld ook nog steeds tot eruit eigen beweging een prins op een wit paard langskomt.
Daar moet je je dan maar wel bij neer kunnen leggen, dat je in de voltooiing van je willen beperkt wordt door omgevingsfactoren. Zo zijn er: de factor tijd en de factor ruimte en de factor vrije wil van prinsen op witte paarden. Daar heb ik me van lieverlee dan maarbij neergelegd. De prins op het witte paard moet zelf ook willen en anders zoekt ‘ie t maar uit.
En zie: als je de inkoopmethode “erbij neerleggen” niet kan uitvoeren, dan blijkt dat het probleem niet zozeer zit in de onrealiseerbaarheid van de kabelbaan naar de supermarkt, maar in je harnekkig niet opgeven van je verlangen naar een kabelbaan naar de supermarkt. De onrealiseerbaarheid van dat verlangen, wil niet zeggen dat dat verlangen niet bestaat.
We hebben allemaal een geslachtsdriftige blanke man in ons. Ook ik geef niet elk verlangen zomaar op omdat het volstrekt onrealiseerbaar is. Die kabelbaan moet er komen! Transparantie over de verlangens die je zelf wil, maakt in elk geval inzichtelijk wat ervoor nodig zou zijn dat vraag en aanbod elkaar in het midden ontmoeten. Die transparantie is niet altijd even haalbaar, bijvoorbeeld wanneer die correleert met een mep van een deegroller.
Zo’n vrije wil ontkenner moet dan zélf even een risicoanayse opstellen over de mate waarin deegrollermep afweegt tegen het botsende belang om uiting te geven aan zijn vermeend niet-bestaande vrije wil.
Door de vrije wil te blijven ontkennen wordt namelijk ook ontkend dat je de vrije wil hebt om een prinses naar keuze uit te zoeken. Daar is zeker niet elke prinses naar keuze van gediend, zeker niet wanneer deze prinses de omgevingsfactor vrije wil van prins al had ingecalculeerd. Als de prinses deze omgevingsfactor uit haar eigen swot analyse gaat wegcalculeren, is zij ook genoodzaakt haar eigen vrije wil weg te strepen. Dit leidt tot onwenselijke situaties in repetitieve dilemma’s waarin ze de vrije wil keihard nodig heeft om nee te zeggen en zodoende niet met iedere ouwe bok in bed te hoeven liggen.
Ik geef mijn meest gekoesterde verlangens voor een kabelbaan heus niet op, alleen vanwege wat de kabelbaan wil. Ik wacht gewoon tot het zelfinzichtelijk genoeg is dat hij hier en alléén hier aan het juiste adres is. Dan kan je ooit lang wachten ja. Maar dan heb ik nog steeds de vrije wil voor een glas ranja. Ik drink er niet minder ranja om.