Gevoel ontkennen: recept voor ellende
Liefdesverdriet is vreselijk. Blijf lekker thuis, dan leggen we nog een scrabbletje. Dat is het advies van een (de?) moeder in een gedicht van Ingmar Heytze voor tere dichterszielen met liefdesverdriet. Onsterfelijk, ondraaglijk leed kan gelukkig worden opgelost met scrabble. Broertje dood, holocaust, marteling, helse pijnen; 3 x woordwaarde met het plankje leeg en alles is weer goed.
Bijna de hele wereld heeft hetzelfde goedbedoelde advies: “stel je niet zo aan, op die lelijke trien/aap? val ons niet lastig, doe ons een lol en schrijf asjeblieft geen gedichten, denk er gewóón niet aan, nou weten we het wel, hou je gevoel maar een beetje binnen; zeg tegen jezelf dat je niet aan x mag denken, dat héb je nou eenmaal; iedereen heeft dat weleens, help je me volgende week verhuizen en de ergste: er zijn nog genoeg vissen in de zee.
Oh dus gevoel is niet echt? Dus al die dingen waar ik van hield, dat was allemaal maar nep. Ik moest me gewoon niet zo aanstellen. Dus toen ik dacht aan aardbeien en van aardbeien hield, toen was dat ook nep. Dus ik hield niet van Sjaan, Harry, gibbons, eenhoorns, regenbogen en mooie zonsondergangen? Nou maak het maar kapot dan. Scheur de vellen behang van de muur, sla je auto kort en klein, vertrappel je bloemperkjes, vernietig je dagboeken, steek je huis in brand en zo voorts. Ik hou alleen van grijs en beton en drilboor en veel geld verdienen en van vrouwen alleen als ze maat 28 hebben. Grrrrr.
Je gevoel uitschakelen en bijten op je onderlip. Dat is een recept voor terroristen, fundamentalisten, robots en psychopaten. En misschien ook nog wel pedofielen, necrofielen, en allerlei andere vreselijke dingen waarvan je het bestaan niet wil weten. Vertel mensen dus vooral, dat ze hun gevoel moeten uitschakelen. Gevoel hebben ze namelijk helemaal niet nodig. Dat is maar een sta in de weg aan “rationeel denken” dat alles wel ok is; als er maar geen getuigen zijn en je ermee weg kan komen. Nee, ik ben he-le-maal niet cynisch. Nooit. Ik krijg altijd precies wat ik wil en ik hou nu eenmaal van keien bijten.
Mensen met liefdesverdriet zitten helemaal niet te wachten op vissen in de zee. Je wil geen betere, knappere, jongere, slimmere andere. Je wil die éne en geen ander. Deze of niemand. Dit is je lot. Dit is hoe het moet zijn, ook als het niet kan. En toen je daar en daar stond toen keek die en die zus en zo dus het moet wel, dit is voorbestemd. We willen het best wel even uitleggen. Waarom wil niemand ervan weten? Omdat diezelfde niemand weer van hun gevoel wil weten, natuurlijk, maar daar kom je pas achter als je gevoel hebt, terwijl je dat gevoel nou net moest kwijt raken om te snappen wat het probleem was van al die ongelukkige tere zielen die tegen iemand moeten praten, terwijl er verder niemand is. Dat is de niemand waartegen je staat te roepen in de woestijn. Niemand hoort alles en het wordt tegen je gebruikt.
Je wil je gevoel kwijt maar je praat tegen een muur. Wat dan? Praat dan maar gewoon lekker door tegen de muur. De muur heeft het nodig. Je gevoel is er omdat het gevoel JOU iets wil vertellen; niet andersom of aan een ander. Je gevoel communiceert met jou. Net zoals dat pijn op je voorhoofd betekent dat jij niet meer tegen de muur moet aanlopen. Tegen een ander vertellen over je pijn van tegen een muur oplopen, maakt jouw pijn niet minder. Het helpt die ander misschien als tie zelf tegen de muur loopt. Dan snapt hij ook dat het misschien niet zo slim was om tegen een muur aan te lopen of niet. Die ander doet er niet toe voor jouw pijn, jouw pijn praat met jou. Pijn wil je vertellen wat je vergeten bent, wat je wilde doen, waar je vandaan kwam, dat het zo niet gaat, dat je een stapje terug moet doen, dat je moet kijken waar het is misgegaan en vanaf daar de draad weer oppakken.
Dat is echt wat niemand je vertelt. In een samenleving waarin iedereen zich alleen nog bekommert om zijn eigen portemonnee, zit niemand te wachten op mensen met liefdesverdriet. Die consumeren niets, ze hebben geen honger, ze hebben geen vrienden, ze hebben geen lust voor wat dan ook. Zelfs al gaat het over de bijzonderste, mooiste, slimste, leukste persoon op aarde. Je bent die leukste persoon kwijt, misschien wel voorgoed, want waar kom je iemand ooit nog tegen, nu er zo veel andere mensen ook zijn. De rest van de wereld kent er zo nog honderd leukste personen en daar hadden we al hele stapels gedichten van. Stel je dus maar niet zo aan en wérk maar wat harder.
Terwijl we allemaal eens liefdesverdriet gaan hebben. Dat is toch erg? Doen alsof dit leed niet bestaat en er met een grote boog omheen lopen op weg naar de schade die door miskend liefdesverdriet wordt aangericht. Liefdesverdriet is natuurlijk geen gerechtvaardigd excuus, voor wat dan ook. Als popzanger(es) heb je ook niet om al die fans gevraagd. Ja wel om hun geld ja. Kan hun liefde zich daartoe beperken, asjeblieft. Degene waar je van houdt, kan er niets aan doen. Die slechte gedichten zijn al onvergeeflijk. Net als uren op je kamer zitten met de muziek te hard. Als dat ook al niet meer mag, wat moet je dan nog? Nou, een daad stellen! Een aanslag plegen! Nee natuurlijk niet. Maar het gebeurt wel.
We kunnen ervan blijven wegkijken, maar het houdt niet vanzelf op. Das ook de reden waarom die mensen zichzelf erbij opblazen als ze een ander waar ze van hielden de lucht in laten vliegen. Er is geen excuus, de fout ligt helemaal bij hun en ze weten het zelf ook donders goed. Ze willen gehoord worden en het afdwingen. Dus Sjaak mag geen gedichten schrijven. Hij mag niet de muziek hard zetten. Hij mag niet alle dagen op internet kwebbelen in de hoop dat zijn pennevruchten gelezen worden door Sjaan. Hij mag helemaal niets. En nu? Konden we niet naar Sjaak luisteren vóórdat hij een bus met peuters opblies?
Wat moeten ze horen dan. Wat kun je er aan doen? Luisteren. Gedichten uitgeven. Zet het op papier. Er is altijd wel iemand die het wil lezen. Hopen we. Dat is precies wat gebroken mensen nodig hebben en niemand (meer) wil geven. Hoop. Er is altijd hoop. Het kan nog goed komen, ook als we niet meer weten hoe. Hoop, vertrouwen en geloof in de toekomst, in niemand en in iedereen. Spring maar in het diepe zwarte gat, misschien komt het nog goed. Je hebt alleen een wonder nodig. Of misschien wel meer dan een.
Wie niet in wonderen gelooft, is geen realist.